Competenties zijn de combinaties van kennis, vaardigheden en attitudes om een taak succesvol te kunnen uitvoeren. Dus om een taak correct uit te voeren, moet je de kennis hebben, moet je als geautomatiseerd de vaardigheden hebben en moet je ook de taak correct willen uitvoeren. 

Competentiegericht leren of competentiegericht onderwijs is gericht op het leren van competenties die nodig zijn voor de uitoefening van een beroep of functie. Deze vorm van onderwijs wordt in Nederland vooral geschikt geacht voor volwasseneneducatie, beroepsonderwijs en hoger onderwijs.

In de onderwijs- leerwetenschappen wordt een competentie gezien als een cluster van (cognitieve)vaardigheden, kennis en houding, gebondenheid aan een context met de mogelijkheid tot ontwikkeling van competentie in de tijd.

Het bedrijfsleven voelde de behoefte aan meer op de praktijk gestoeld onderwijs en drong aan op aanpassingen in het mbo en andere beroepsopleidingen. Theoretisch wordt de keuze voor competentiegericht onderwijs wel gerechtvaardigd met een verwijzing naar bepaalde stromingen uit de leerpsychologie. In de VS komt "competency-based education" voort uit de "behavioral objectives movement" die rond 1950 ontstond. Deze behavioristische stroming was geïnspireerd door het werk van onder meer Franklin Bobbitt (1876-1956), die stelde dat "de normen en de richting van het onderwijs moeten voortkomen uit de consument: de maatschappij". Deze meer op het 'ik' gerichte onderwijsstrategie werd gebruikt door Benjamin Bloom (1913-1999). Hij ontwikkelde een meetinstrument voor het onderwijs dat gebaseerd was op "direct waarneembare gedragingen die op een betrouwbare wijze kunnen worden geregistreerd als aan- of afwezig". 

Uit voortschrijdend inzicht blijkt dat competentiegericht onderwijs niet de enige geschikte aanpak is. Door deze vorm van onderwijs als wondermiddel te presenteren wordt, zo stellen critici, veronachtzaamd dat andere vormen van onderwijs wel degelijk ook gericht zijn op vaardigheden. Dus als jij lopend op de gang een wandelend WVW wetboek bent, ben je dat wellicht ook zittend achter het stuur.

Daarnaast wordt op de tekortkoming gewezen dat competentiegericht onderwijs zich niet zou richten op persoonlijke ontwikkeling, maar vooral op een bedrijfsmatig functionele en taakgerichte ontwikkeling.

Kortom, deze vorm van onderwijs levert betere werknemers af, maar geen betere mensen. Volgens andere critici dreigen bovendien zowel de feitenkennis als het inzicht in historische ontwikkelingen en hun onderlinge samenhang helemaal uit beeld te raken door de soms zeer grote nadruk op praktische vaardigheden.

Vertalen we wat competenties zijn naar het rijonderwijs:

Competenties zijn de combinatie van de kennis van wet en regelgeving van de WVW, RVV, gevaarherkenning, verkeersinzicht, bediening en beheersing van het voertuig onder controle om veilig, vlot, vloeiend, aangepast en besluitvaardig, defensief, sociaal en milieubewust aan het verkeer te kunnen deelnemen.

Verschillen tussen traditioneel onderwijs en competentiegericht onderwijs:

Is traditioneel onderwijs slechter dan competentiegericht onderwijs?

Bij competentiegericht onderwijs is toetsing van competenties veel moeilijker dan kennis en vaardigheid toetsen van afzonderlijke disciplines.

Om competentiegericht onderwijs goed te kunnen inrichten, wordt van de docenten meer verwacht dan de toppers in hun eigen valk. Naast toetsing als  extra uitdaging, zul je ook de topper in het vak van je collega's moeten zijn.

Bij competentiegericht onderwijs kom je niet om vakkenintegratie heen.

Vakkenintegratie leidt niet altijd tot betere leerprestaties.

Je kunt iets aannemen, maar het zijn en blijven aannames.

  1. Vakkenintegratie sluit beter aan bij de complexe buitenwereld.
  2. Vakkenintegratie leidt tot betekenisvoller leren.
  3. Vakkenintegratie zorgt voor meer motivatie bij leerlingen.
  4. Vakkenintegratie leidt tot betere leerprestaties.
  5. Vakkenintegratie past goed bij een constructivistische leerstijl van het adolescentenbrein.
  6. Vakkenintegratie leidt tot diepgaander begrip en hogere-orde-denken (Bloom)
  7. Vakkenintegratie geeft leerlingen meer zelfstandigheid in het leerproces.

Deze aangevoerde voordelen konden tot nu toe niet worden bewezen. De meeste konden niet worden gemeten. Geïntegreerd onderwijs kan zelfs demotiverend werken, omdat het de leerlingen (te) weinig houvast geeft.

Mogelijke nadelen van vakkenintegratie:

  1. Het is complex voor leerlingen.
  2. Zorgt dat leerlingen onbewust leren. Dat is nadelig voor de meta cognitie (leren over leren en de toepasbaarheid van kennis.)
  3. Het is ook complex voor leraren, omdat zij niet in alle vakgebieden hetzelfde didactisch niveau kunnen ontwikkelen.
  4. Het betekent vaak dat kennis wordt ondergewaardeerd.
  5. Het werk niet, omdat de samenhangende betekenis juist binnen de context van één vak tot stand komt.

Ook de 5 bovenstaande punten zijn aannames.

Voor de nadelen is tot nu toe weinig empirisch bewijs. Uit opgedane ervaringen met vakkenintegratie blijkt dat deze kan leiden tot onzekerheid en frustratie bij leraren. Zoals het gevoel hebben de nodige deskundigheid te missen. Of, omdat hun expertise slecht wordt benut.

Wat niet helpt is dat geen consensus lijkt te bestaan over wat samenhang inhoudt. Gaat het om veel vakken binnen één samenhangend geheel, of juist de samenhang binnen één vak? Maken aparte vakken het curriculum gefragmenteerd, of komt dat juist doordat thema's weinig met elkaar samenhangen?

Je vingers branden aan vakkenintegratie?

In het rijonderwijs moet je wel vakken geïntegreerd lesgeven. Dat je rekening houdt met bovenstaande didactische valkuilen, spreekt voor zich.

Zonder met mijn ogen te knipperen meld ik dat vakkenintegratie in het rijonderwijs geen keuze is, maar een noodzakelijke voorwaarde.

We rijden met zo'n 8.000.000 medeweggebruikers rond. Je komt zonder theoretische kennis, gevaarherkinning, verkeersinzicht en een adequate voertuigbeheersing niet levend thuis. Elke seconde achter het stuur behoor je de theorie in de praktijk toe te passen.

Bloom heeft er geen pyramide van gemaakt. Als je van komen tot een bepaald denkniveau een onderwijsdoel maken, ben je aardig de weg kwijt.

Blijf bij de les:

Wat moet je kennen, kunnen en welke houding moet je hebben om een verantwoorde verkeersdeelnemer te worden?

Om dit doel te bereiken, bepaal je de leerstof, met welke middelen, op welke manier.

Ik kom niet verder dan REMEBER, UNDERSTAND AND APPLY.

Bij de 3 denkniveaus die noodzakelijk zijn om een veilige verkeersdeelnemer te worden, horen de leeractiviteiten bij ONTHOUDEN, BEGRIJPEN, TOEPASSEN.

Zet je de denkniveaus naast elkaar, kom je niet in de verleiding het ene niveau belangrijker te vinden dan het andere. Zet je ze in willekeurige volgorde en welke denkniveaus van toepassing zijn voor het rijonderwijs, kun je adequaat (eind) doelen formuleren.

De taxonomie van Ingrid Lucassen

Niet het hogere orde denken is een doel. Een hogere orde vaardigheid binnen het rijonderwijs is gevaarherkenning en verkeersinzicht.

Om een veilige verkeersdeelnemer te zijn, moet je kunnen onthouden, het begrijpen en kunnen toepassen. Zonder kennis kun je niks. Kun je niks, heb je niks aan kennis.

Een wegbeheerder (creator) zou wel eens een hele beroerde chauffeur kunnen zijn en een goede chauffeur is nog geen wegbeheerder.

Competentiegericht onderwijzen

De voorkeur gaat uit naar competentiegericht onderwijs. Zowel de commissie Roemer als ik melden: Geen competentiegericht onderwijs zonder portfolio.

Integratie van kennis van de WVW, RVV, gevaarherkenning, verkeersinzicht5, de taal van de weg met de praktijk thuis onder het lamplicht en in de praktijk.

Een andere aanpak van peer-assesment dan door Roemer voorgesteld. Niet duidelijk is hetgeen men onder peer-assesment verstaat. (Houden de instructeurs elkaar in de gaten, geven ze elkaar feedback of zoals ik het bedoel: Leerlingen geven elkaar feedback.

Feedback geven en evalueren dienen ook competenties te zijn van de docent. Self-assesment komt niet aanwaaien. De leerling doorloopt een aantal stappen om zichzelf te beoordelen met het doel: Straks doe ik het beter dan nu.

Hebben we het over nadelen van competentiegericht rijonderwijs, hebben we de nek moeten uitsteken m.b.t. toetsing. Ga maar op het puntje van de stoel zitten: Weg met de IVK (leskaart) Ik heb veel iets beters. CRODOO, de digitale leeromgeving.

De instructeursopleiding een HBO opleiding?

HBO opleiding.

Desalniettemin om een goede rijcoach te zijn, dien je op een HBO werk- en denkniveau te opereren.

  1. Je voert de functie zelfstandig uit.
  2. Je bent proactief.
  3. Je hebt snel overzicht. (oog voor complexiteit.)
  4. Je bent breed, maar ook diep ontwikkeld.
  5. Je beschikt over een goede algemene ontwikkeling

De docent aan de instructeursopleidingen dient op een universitair werk en denkniveau te opereren.

De ambitie een rijinstructeursopleiding te starten is er. Hetgeen me tegenhoudt:

  1. Van mij wordt verwacht te doceren waar ik niet achter sta. (CRODOO heb ik ontwikkeld als reactie op RIS. Ik moet RIS doceren en mag vooralsnog CRODOO niet doceren.
  1. De opleiding exclusief stage duurt echt langer dan 4 maanden.
  2. Aan de stage en het stageadres stel ik hogere eisen dan IBKI omschrijft.
  3. Alleen degenen die dit vak beschouwen als hun verslaving waar iedereen beter van wordt zullen het redden en daarvoor....
  4. hanteer ik een selectieprocedure die vergelijkbaar is met die van de Politieacademie.

Een citaat:

Aandachtspunt voor de rijopleiding en aanvullende trainingen voor jonge automobilisten is veiligheid op strategisch niveau en de wijze waarop die het beste via rijopleiding en trainingen gerealiseerd kan worden:

Zoek een antwoord op de vraag of spreiden dan wel comprimeren van rijlessen invloed heeft op de mate waarin de leerling een veilige bestuurder wordt.

Zoek een antwoord op de vraag of een geleidelijke opbouw van de moeilijkheidsgraad of juist het stimuleren van het maken van fouten invloed heeft op de mate waarin de leerling een veiliger bestuurder wordt.

Neem onderwerpen als risico-verhogende factoren, gevaarherkenning, sociale weerbaarheid en zelfevaluatie op in de rijopleiding, bijvoorbeeld door middel van groepsgewijze activiteiten.

Als voorgaand punt (nog) niet gerealiseerd kan worden, ga dan na hoe je jongeren zover kunt krijgen dat ze vrijwillig deelnemen aan niet-verplichte aanvullende trainingen.

 

Gezien de huidige politieke interesse in verbetering van de rijopleiding B en de beoogde hervorming van deze opleiding, is het juist nu van wezenlijk belang om met een frisse wetenschappelijke blik kritisch naar deze rijopleiding te kijken. Om die reden zullen we ons in een vervolgstudie gaan richten op de eerste twee vraagstukken voor de opleiding voor rijbewijs B.

 

Gaat SWOV ook RIS tegen de lat van het kritisch denken leggen?

Op de eerste 2 van de 4 vragen heeft RIS in 2004 al een antwoord gegeven. Echter zijn dat correcte antwoorden?

We gaan het SWOV vragen.

Reactie SWOV:

SWOV heeft gemaild en mij verwezen naar nader te bestuderen documenten. SWOV ben ik zeer erkentelijk voor de aangereikte informatie. Hiermee ga ik graag aan de slag. Werk in uitvoering dus!

Een leerplan of curriculum:

Een leerplan of curriculum omschrijft de leerdoelen en eindtermen die de leerlingen voor een bepaald vak moeten behalen en de strategie om die te bereiken. Het plan wat betreft het leren kun je op zijn kwaliteit beoordelen door te kijken naar de mate waarin de ontworpen leerprocessen effectief en efficiënt zijn. Dit geeft echter alleen de deugdelijkheid aan uitgaande van het moment van ontwerp. Een leerplan kan door flexibiliteit en creativiteit wat betreft het leren, ook de tand des tijds op respectievelijk korte en lange termijn doorstaan.

Eindtermen

zijn beknopte omschrijvingen van de kennis, inzichten en vaardigheden waarover een leerling of student aan het eind van een opleiding minimaal zou moeten beschikken. Anders gezegd: het streefdoel van wat een leerling, student of cursist 'kent, snapt en kan' na voltooiing van een opleiding of cursus. In het Engels spreekt men van ‘standards’, ‘qualifications’ of ‘descriptors’.

Een leerdoel

geeft aan wat men met het onderwijs wil bereiken. Soms wordt leerdoel gebruikt als synoniem van de term eindterm. Een leerdoel specificeert duidelijk en concreet wat men beoogt zichzelf of anderen eigen te maken op het gebied van kennis, inzichten en vaardigheden. Er is meestal in opgenomen hoe men zich dit eigen maakt en hoe men dit dient te tonen aan anderen.

Eindtermen voor het rijonderwijs:

Aan het einde van de rijopleiding beschikt de beginnende bestuurder over de kennis van de WVW, de RVV, gevaarherkenning, verkeersinzicht, bediening en beheersing van het voertuig zodanig dat veilig, vlot, vloeiend, aangepast en besluitvaardig, defensief, sociaal en milieubewust aan het verkeer kan worden deelgenomen.

Gevaarherkenning

is het proces waarbij je mogelijke gevaarlijke situaties op de weg herkent voordat ze een daadwerkelijk probleem worden. Hiervoor is een combinatie van observatie, anticipatie en de juiste reactie nodig.

Verkeersinzicht

is het vermogen om te handelen op verkeerssituaties niet geregeld bij de wet. Dit betekent dat je tijdelijk gevaarlijke of niet wenselijke situaties herkent en daar op een juiste manier mee omgaat. Het volgen van borden aanwijzingen of verkeerslichten is geen verkeersinzicht

Kwaliteit

is een onderscheidend kenmerk of een standaard. In het eerste geval is dit het geheel van eigenschappen van een object, in het tweede specifiekere is het een positief onderscheidend kenmerk, zoals in kwaliteitskrant, waterkwaliteit en sociale kwaliteit. Het woord is ontleend aan het Latijnse qualitas.

Kwaliteit vertaald naar rijonderwijs:

Nauwkeurige omschrijving van de mate van kennis van de WVW, de RVV.

Hoe omschrijf je nauwkeurig de mate waarin de gevaarherkenning als voldoende kan worden beschouwd?

Hoe omschrijf je nauwkeurig de mate waarin het verkeersinzicht als voldoende kan worden beschouwd?

Hoe omschrijf je nauwkeurig de mate waarin de bediening en beheersing van het voertuig het gewenste niveau heeft?

Als dan is aangetoond dat kennis en (hogere orde) vaardigheden ruim op peil zijn, zijn dit wel de noodzakelijke voorwaarden, echter is dit nog geen garantie voor veilige, vlotte, vloeiende, aangepast en besluitvaardig, defensieve, sociale en milieubewuste verkeersdeelname.

In hoeverre die hogere orde vaardigheden tijdens de rijopleiding wordt aangetoond, zal binnen CRODOO uit het portfolio blijken dat als een representatieve steekproef voor de toekomstige chauffeur dient. Om onder andere deze reden kan de optelsom van theorie-examens en praktijkexamens in het geheel niet van doorslaggevende aard zijn.

Je kunt over de kennis en vaardigheden beschikken en bij de instructeur de indruk achterlaten de ideale chauffeur te willen worden en of te zijn.

Willen en zijn, moet blijken uit de toekomst, vooropgesteld dat weten en kunnen met volle overtuiging kan worden gemeten tijdens de rijopleiding.

Met de wet van de grote getallen en de expertise de oorzaak van incidenten te achterhalen, kan SWOV een actieve rol in spelen.

Mijn  hand steek ik er niet voor in het vuur dat mijn leerlingen niet zullen appen tijdens het rijden, oranje licht voor donkergroen aanzien, de maximaal toegestane snelheid grof overschrijden. Tijdens de rijles zijn de leerlingen zo lief dat ze spontaan melden: Ingrid, wat ben ik toch een draak op de fiets. Herstel: was! Jee, wat heb ik er toch last van.

Bij de constatering dat leerlingen beschonken aan de rit willen beginnen en of onder invloed van drugs zijn, is het op stel en sprong einde rijopleiding.

Een stelling die ik eenieder die iets zinnigs kan melden over het adolescentenbrein wil voorleggen:

Het adolescentenbrein is nog niet volledig ontwikkeld om op het gewenste niveau het gevaar te herkennen en verkeersinzicht te krijgen. Iemand van wie we mogen aannemen, blijkens de cijfers van schadeverzekeraars, vallen 18 tot 24 jarigen veel meer in de prijzen dan bestuurders ouder dan 24 jaar. Als het CBR over een lange periode over gegevens beschikt van kandidaten die ná 24 jarige leeftijd aan de rijopleiding B zijn begonnen die geen rijbewijs hebben in een andere categorie (Am2, A1, A2), ga ik samen met SWOV voor eens en altijd aantonen dat ongevalscijfers niet inferieur rijonderwijs mag worden verweten.

De opmerking van een leerling: 18 tot 24 jarigen gaan veel meer uit dan degenen die ouder zijn dan 24 jaar. De afleiding en verleiding met een glaasje op achter het stuur te kruipen is groter door frequent op feestjes te verschijnen. Om deze opmerking wetenschappelijk te benaderen, is het van belang te weten wanneer en onder welke omstandigheden met welk voertuig en reisdoel  de meeste ongevallen plaatsvinden. 

Effectief:

Een (voorgenomen) handelwijze is effectief of doeltreffend als de betreffende inspanningen en uitgaven daadwerkelijk bijdragen aan de realisatie van het beoogde doel. In feite wordt dus het effect gemeten van een bepaalde handeling.

Als de rijinstructeur conform de methode van het CBR: RIS 2.0 de rijopleiding gestalte geeft, is de mate van effectiviteit het antwoord op een bepaalde hoeveelheid tijd, kosten en moeite.

In het geval RIS niet wordt vergeleken met anders ingericht rijonderwijs, echter alleen gemeten wordt naar slagingspercentages dit naar mijn inzicht niet leidt tot een valide meting en ook nog de kanttekening moet worden geplaatst in hoeverre hier sprake is van datavervuiling.

SWOV stelt 4 vragen:

Aandachtspunt voor de rijopleiding en aanvullende trainingen voor jonge automobilisten is veiligheid op strategisch niveau en de wijze waarop die het beste via rijopleiding en trainingen gerealiseerd kan worden:

  1. Zoek een antwoord op de vraag of spreiden dan wel comprimeren van rijlessen invloed heeft op de mate waarin de leerling een veilige bestuurder wordt.
  2. Zoek een antwoord op de vraag of een geleidelijke opbouw van de moeilijkheidsgraad of juist het stimuleren van het maken van fouten invloed heeft op de mate waarin de leerling een veiliger bestuurder wordt.
  3. Neem onderwerpen als risico-verhogende factoren, gevaarherkenning, sociale weerbaarheid en zelfevaluatie op in de rijopleiding, bijvoorbeeld door middel van groepsgewijze activiteiten.
  4. Als voorgaand punt (nog) niet gerealiseerd kan worden, ga dan na hoe je jongeren zover kunt krijgen dat ze vrijwillig deelnemen aan niet-verplichte aanvullende trainingen.

Ministerie, Volksvertegenwoordiging, CBR, Royal Haskoning DHV, Koepel KRV, belangrijke mensen in brancheorganisaties:

Willen jullie onderhand eens luisteren naar emeritus schooljuf Ingrid?

SWOV is een organisatie die gewend is zaken niet voor zoete koek aan te nemen.  Deze organisatie en juf Ingrid roepen op:

Gezien de huidige politieke interesse in verbetering van de rijopleiding B en de beoogde hervorming van deze opleiding, is het juist nu van wezenlijk belang om met een frisse wetenschappelijke blik kritisch naar deze rijopleiding te kijken. Om die reden zullen we ons in een vervolgstudie gaan richten op de eerste twee vraagstukken voor de opleiding voor rijbewijs B.

SWOV wijst op het belang met een frisse wetenschappelijke blik kritisch naar de rijopleiding te kijken.

Efficiënt

Een activiteit is doelmatig of efficiënt als weinig middelen nodig zijn voor het behalen van het resultaat van die activiteit. Anders gezegd, als de offers 'matig' zijn in verhouding tot het resultaat.

Het kan mijns inziens veel efficiënter met een geavanceerd databeheer:

  1. Opbouw van het portfolio dat wordt beloond door bij de voorgestelde zuivere competentiegerichte rijopleiding theorie-examens kunnen vervallen.

  2. Dat met 3 waterdichte toetsen (3 mp4 bestanden) het praktijkexamen overbodig maakt en omdat dit vloeken in de kerk is, het praktijkexamen slechts een formaliteit is. Zo zijn we ook voor eens en voor altijd verlost van het onacceptabele capaciteitsprobleem van het CBR.

  3. Het bovenstaande staat nog los van welke onderwijskundige inzichten de voorkeur genieten en daarbij zelfs opgemerkt dient te worden, dat voor elke leerling een persoonlijk curriculum de ideale situatie benadert.

Ontwerp

Een ontwerp is een beschrijving van iets nieuws of een beschrijving van iets bestaands. Een ontwerp is dus een beschrijving (projectie of model) van de (toekomstige) werkelijkheid.

Is de toekomstige werkelijkheid RIS 2.0 of leiden er meer wegen naar Rome die zwaar onvoldoende worden belicht?

Ook SWOV vraagt om een frisse wetenschappelijke kritische blik.

Flexibel en creatief

Kan van flexibiliteit sprake zijn als sanctioneren en redigeren de norm worden voor bewaking van goed rijonderwijs? Naarmate je als overheid steeds jezelf van steeds meer controlemaatregelen bedient en steeds meer inzet op handhaving, kan geen sprake meer zijn van flexibiliteit.

Creativiteit

In het geval ook nog eens het signaal dat er grote onvrede heerst in de rijschoolbranche over de voorgestelde maatregelen wordt genegeerd, ontneem je de passie. Zonder passie geen innovatie. Innoveren kan alleen met creatieve geesten. De overheid snoert creatieve geesten systematisch de mond, omdat ze voor de expertise van Royal Haskoning hebben betaald.

Creativiteit wordt in de verschillende wetenschappen nogal verschillend geïnterpreteerd, maar wijst in het algemeen naar een vermogen om iets nieuws te scheppen. Een individu of een groep toont creativiteit wanneer een nieuw concept of object wordt gemaakt, of wanneer een originele oplossing voor een probleem wordt gevonden.

Leergang:

Een reeks van lessen.

Bij modulair onderwijs wordt de leerstof opgedeeld in opleidingsonderdelen of modules, die afzonderlijk kunnen gevolgd worden, en waarvoor telkens een "deel-attest" wordt uitgereikt.

Deze vrijblijvendheid is bij het rijonderwijs (bijna) ondenkbaar. Invoegen wordt lastig als je (nog) niet stuurvast bent en niet kunt schakelen.

Uitreiken van deel-attesten zoals deel theoriecertificaten binnen de online leeromgeving en waarom ook geen deelcertificaten voor bijzondere verrichtingen? (MP4 bestandjes) worden compleet onderbelicht. Dat is zeggen wat je doet, maar geenszins doen wat je zegt.

In van rijles naar rijonderwijs, struikelt men over de gebezigde terminologie.

Wie alle modules van de opleiding met succes heeft doorlopen behaalt het diploma voor die opleiding. Daardoor wordt een soepeler leertraject mogelijk. Zo kan men bijvoorbeeld van bepaalde modules worden vrijgesteld, als die al in een vorige opleiding vervat zaten. Bij een rijopleiding niet dus.

Lesplan:

De handleiding van een te geven les.

In het lesplan is de doelstelling van de les nauwkeurig omschreven.

Een doelstelling is correct omschreven als de onderstaande onderdelen erin terug te vinden zijn:

  1. Specifiek: Duidelijk omschrijven wat je wilt bereiken. script 31: Op kruispunten linksaf slaan, BIBEKO 50km/uur.
  2. Meetbaar: Zorg dat het doel concreet en meetbaar is. DZA
  3. Acceptabel: Het doel moet haalbaar en acceptabel zijn voor de leerlingen. Sluit aan op script 28, 29 en 30.
  4. Realistisch: Houd rekening met de mogelijkheden en omstandigheden. Sint Annastraat Gemert om 14: 00 uur. In die HAVO/ VWO rechts van ons zitten ze nog binnen. Dus nog geen chaos.
  5. Tijdgebonden: Geef aan binnen welke tijd het doel behaald moet worden. 90 minuten
  6. Inspirerend: Maak het doel motiverend en inspirerend voor de leerlingen. Heb jij enig idee waar de meeste verkeersslachtoffers vallen? Dus wie botst waar tegen wie met welke gevolgen? Dit breng jij er straks zo feilloos af dat ik aan het einde van de les op de achterbank met een gerust hart kan snurken.