
Rijprocedure A bl. 66
In bochten naar rechts:
Op wegen zonder gemarkeerde rijstroken, geldt als ‘plaats op de weg’, die positie waarbij ten opzichte van de verkeerssituatie, het optimaal mogelijke ruimtekussen (een veilige vrije ruimte om je heen) wordt gecreëerd.
In bochten op smalle en goed overzichtelijke wegen waar structureel geen belijning is aangebracht zoals op polder- en dijkwegen, mag bij het berijden van de bocht de denkbeeldige wegas worden overschreden, tenzij het eventueel overige verkeer daardoor wordt gehinderd of kan worden gehinderd. In onoverzichtelijke bochten waar de rijbaan niet breder is dan één rijstrook wordt met inachtneming van een veilige afstand tot de rijbaankant, zoveel mogelijk rechts gereden, tot het rechte weggedeelte na de bocht is te zien.
In de onderstaande afbeelding is de weg breder dan 1 rijstrook.
In tegenstelling tot hoe examinatoren van het CBR er over denken, staat niet in de rijprocedure dat wanneer de midden markering ontbreekt je de denkbeeldige as niet mag overschrijden, hoewel de rijprocedure leidend is voor de beoordeling.

In de onderstaande afbeelding kun je bedenken dat tegemoetkomend verkeer op jouw weghelft komt. Het bedenken wordt bevestigd door slijtage van de midden markering in een bocht.
Op nevenstaande afbeelding heb je hier de ideale rij lijn om je hachje maximaal te beschermen. Het is geen wet dat elke bocht naar rechts jij links rijdt.

In de bocht naar links rij je altijd rechts, rekening houdend met zand, split, bladeren en andere ongerechtigdheden aan de kant van de weg waar je over uit kunt glijden. Rij vooral in een bocht niet over putdeksels, witte wegmarkeringen zoals de doorgetyrokken streep aan de zijkant. Als je in de bocht nog moet vertragen, ben je voor de bocht met een te hoge snelheid de bocht ingegaan.

In de bocht naar links is je hoofd het dichtst bij de (denkbeeldige) as van de weg. En dat is toch een rotgeluid als je die helm tegen de A-stijl van een tegenligger hoort botsen.

Onder de meeste omstandigheden begin je voor de bocht op het midden van je eigenwegehelft en kom je weer op het midden van je eigen weghelft uit na de bocht.
Paniek
is een plotselinge hevige schrik of angst. Het kan een individu of een groot aantal mensen tegelijkertijd bevangen. Paniek bij massa's kan bijvoorbeeld voorkomen na een ramp, zoals bij een hevige aardbeving. Het woord paniek is afgeleid van de Griekse god Pan, die met zijn afschrikwekkende uiterlijk vijanden angst inboezemde.

Je zou die lelijkerd in de slaapkamer tegenkomen. Laat ik nu toch geen doorgeladen pistool onder mijn hoofdkussen hebben. Dan raak ik in paniek.

Het onderdeel, de amygdala in mijn hersenen nemen het van me over bij een schrikreactie. Heb ik weer.
Laat het op de motor niet zover komen, omdat...............
Je brein en je lichaam reageren en functioneren heel anders dan je gewend bent: De spieren van handen, armen en benen worden aangespannen, de ogen ope3nen zich wijd en de pupillen worden groter; er treedt tunnelvisie op, het vermogen tot visueel volgen gaat verloren. Het overlevingssysteem wil "het gevaar"in het oog houden, het staat geen scannen toe. Je kunt ti9jdelijk tot 70% van je gezichtsveld verliezen; de omgeving "valt weg " als het tot actie komt, zal deze grof motorisch zijn, het vermogen tot het verrichten van complexe psychomotorische handelingen loopt dramatisch terug: denk aan vingergevoel (remmen) en oog-hand coördinatie (sturen)
Mogelijke oorzaken:
Inschattingsfouten maken als gevolg van iets dat ineens je afleidt. Dat kan een daverende klap zijn, een lichtflits, een medeweggebruiker die een enge stunt uithaalt. Niet adequaat voorbereid. Tank bijna leeg, banden te slap, in de zengende hitte de binnen voering niet uit je jas gehaald. Dit leidt af zonder het te beseffen.
Heel vaak betreft het een waarnemingsfout. Je grenzen overschrijden, meestal in een groep. (Schaamte de groep op te houden) Gemoedstoestand: Boos, moe, verdrietig, in gedachten over iets dat jou bezig houdt zoals ruzie met je vriend, vriendin. Je had de toertocht moeten afzeggen.
Angst voor het onbekende. (Ik moet het gas erop houden om mijn voorganger in beeld te houden.)
Oppeppende middelen zoals Cola, Red Bull, koffie, snoep is olie op het vuur voor de escalatie van angst. Angst is jouw grote vijand.
Rij jij in groepsverband, laat je door niets en niemand opjutten. Ik was nummer 3 en de laatste in de rij. De afstand tussen mij en de 2 motorrijders werd groot. In mijn oortje moest ik de opmerking dat ik niet kon bijhouden incasseren, omdat ik niet ver genoeg vooruit keek. Waar hecht ik meer waarde aan: AAN MIJN EGO OF VOOR ONBEPAALDE TIJD MIJN ONGESCHONDEN VELLETJE?

Bij het bord bocht naar links volgde ik het wegverloop en het viel me op dat een SUV maar net boven de struiken uit kwam. Heeft degene die mij verweet niet ver genoeg vooruit te kijken die SUV wel gezien? Alles wat kleiner is dan die SUV, hebben ze zeker niet gezien.


De 4 k's

Hier kan maar op één manier op worden gereageerd: Bouw je marge in door je snelheid aan te passen aan hetgeen je kunt overzien.
Bij welke van de 7 foto's verwacht je hoogteverschil voor of na de bocht?
Op welke van de 7 foto's zie je de meest onoverzichtelijke bocht?
Op welke foto offer je een bocht op?
Op welke van de 7 foto's is sprake van negatieve wegverkanting?
Hoe waarschijnlijk bij wlek foto is het dat je een onaangename verrassing te wachten staat?
Met welke snelheid denk je waar in de bocht te kunnen rijden?
Wat doe je als je merkt dat jouw snelheid te hoog is ná het kantelpunt?

Late apex:
Dit is de meest efficiënte manier om een bocht te nemen, maar vereist wel de hoogste doorgangssnelheid. Door de motor laat in de bocht te laten vallen, zal de rijder een lagere ingangssnelheid nodig hebben. Echter door de betrekkelijk rechte lijn door de bocht resulteert dit in de hoogst mogelijke snelheid bij het uitrijden. Deze methode is de veiligste, omdat de rijder veel verder door de bocht kan kijken voordat hij/ zij de motor inkantelt, zodat tegemoetkomend verkeer kan worden ontweken.

Kijken:
Vanzelfsprekend moet je eerst weten dat er een bocht aankomt voordat je de bocht ook daadwerkelijk kunt rijden. Daarom is goed kijken noodzakelijk. Kijk ver weg (horizon) en vanaf dat punt scan je de weg tot voor je motor. Daarna kijk je weer zover als mogelijk weg en scan je weer terug tot voor je motor. Dat proces herhaal je keer op keer. Daarnaast kijk je ook links en rechts van je en gebruik je vaak je spiegels. Zie je een bocht aankomen, neem je de situatie goed in je op en probeer je
in te schatten hoe scherp de bocht is. Een navigatiesysteem kan daarbij helpen. Je kunt ook veel afleiden uit de omgeving, bomenrijen (snelheid van) ander verkeer enz.
Klaar zijn:
Voordat de bocht begint, moet je klaar zijn met de voorbereidingen om de bocht te rijden. Hierbij gaat het om de combinatie van de juiste snelheid in de juiste versnelling. Pas je snelheid aan door beide remmen te gebruiken. Wat is de juiste snelheid? Dat kun je het beste omschrijven als elke snelheid die laag genoeg is voor jou om gedurende het rijden van de bocht je snelheid langzaam hoger te laten worden. Kom je erachter dat je halverwege de bocht te wijd uitkomt, was je aanvangssnelheid te hoog. Het is niet mogelijk om voor elke bocht de juiste snelheid aan te geven. Niet elke bocht is hetzelfde en niet iedereen heeft dezelfde vaardigheid. Je snelheid Je snelheid aanpassen tot de juiste snelheid voorkomt dat je hartslag plotseling omhoog schiet of dat je een paniekaanval krijgt. Doe in het begin rustig aan, waarna je er na verloop van tijd meer handigheid in krijgt. Schakel terug naar de juiste versnelling. Kies een versnelling die ervoor zorgt dat je motor ongeveer in het midden van het
toerengebied komt. De motor is in dit gebied krachtig genoeg om snelheid te kunnen maken en je kunt ook nog terug in snelheid door gas te minderen. Verplaats de motor naar de buitenzijde van de bocht. Naar links bij een rechterbocht en naar rechts bij
een linkerbocht. Hou hierbij rekening met tegenliggers en de berm. Zijn er rijstroken, blijf je in jouw rijstrook. of jouw deel van de weg. Voordat de bocht begint, geef je al weer een tikkeltje gas zodat jouw motor trekkend wordt.
Kantelen:
Schuin de motor af door bij een bocht naar links aan de linkerkant tegen je stuur te duwen (bocht naar rechts: rechterkant). Je merkt dan direct dat je motor vanzelf naar binnen valt. Normaal doe je dat onbewust, van nature. Maar gebruik je die techniek bewust, dan kun je die nog effectiever inzetten. Houd je hoofd rechtop in de richting waar je naartoe wilt en scan met je ogen het hele traject af, van vlak voor je motor tot het punt waar je naartoe wilt.
Kracht opbouwen:
Een motorfiets stuur je het makkelijkst als de aandrijflijn op spanning staat. Verminder vlak voor de bocht je snelheid en geef eenmaal in de bocht rustig gas: de motor richt zich weer op en je kunt soepel versnellen. Bij bochten geldt: ‘Als een scheetje erin en als een drol eruit.
Scherpe bochten:
In het geval de bocht scherp naar rechts verloopt en door vegetatie en of gebouwen het onmogelijk is te voorspellen wat ná de bocht het verrassingspakket is, gebruik je jouw fantasie: Er komt mij een groot roze voertuig tegemoet en op mijn weghelft feestvierende schooljeugd op fatbikes met vieren naast elkaar.
Behoorlijk vertragen om niet op die feestvierende kinderen te klappen en dat roze voertuig pakt met hoge snelheid de binnenbocht, dus blijf ik maar goed rechts rijden.

In de flauwe bocht naar rechts niet altijd links rijden om zicht te halen.
