Jouw motor staat binnen. De bandenspanning is gecontroleerd: Voor 2,5 en achter 3,0. Na een tijdje zie je op het dashboard dat de bandenspanning voor 2,1 is en achter 2,6. Weer een tijdje erna: 1,9 en 2,3. Zijn de banden lek?

En wanneer worden Evert en Bambi actief? En wat heeft schaduw te maken met buitentemperatuur of minder scherp zien?

We laten het de revue passeren. Best interessant.

Blad:

Blad is net zo glad als ijs als blad nat is.

Onder het blad kan van alles liggen zoals puin en modder en blad kan gaten bedekken. Van blad heb je meer last in bochten, omdat blad het midden van jouw veilige ruimte beperkt. Als tegenliggers jou niet opmerken en ook nog eens op jouw weghelft komen om niet door plassen water te rijden, is jouw vluchtroute misschien wel door het natte blad. De weg is door blad is smaller, omdat je niet door het blad wilt rijden en de conditie van de weg is slecht als je denkt door het blad te moeten rijden.

Je kunt je wapenen door de snelheid aan te passen en steeds weer opnieuw over de ideale vluchtroute te beschikken. Dit betekent dat je er constant naar op zoek bent.

Modder:

In de herfst is in agrarische gebieden veel meer landbouwverkeer dan in andere seizoenen. Die landbouwvoertuigen hebben modder en puin tussen het profiel van de banden dat op de weg komt. Kun jij je bedenken dat je in de miezer in de schemer die gladde prut te laat opmerkt?

Ga je van huis met o.a. de vraag in je hoofd: "Ga ik straks modder op het wegdek aantreffen? Dan ga jij tijdig die gladde blubber opmerken.

Temperatuur:

Vooral in de ochtend is de temperatuur het laagst en de luchtvochtigheid heel hoog. Vochtige delen op het wegdek, vooral op bruggen en viaducten veroorzaken gladheid.

Door de lage temperatuur daalt de bandenspanning en dat kan zodanig zijn dat de wegligging sterk verslechtert, het brandstofverbruik toeneemt en de banden excessief slijten.

Wind:

Rij je alleen in open gebied, kun je jezelf erop instellen. Het verrassingselement is er nauwelijks. Echter wanneer je vanuit beschut gebied komt, kan de wind je onaangenaam verrassen. Bij sterke wind is de verrassing ook verradelijk bij passerend vrachtverkeer.

Laagstaande zon:

Vooral bij zonsopkomst en zonsondergang werkt de laagstaande zon verblindend Van het rijden onder bijzondere omstandigheden is rijden met de zon pal in je snuit de allerergste omstandigheid. Ik rijd liever in het donker tijdens een fikse regenbui. Rijden bij laagstaande zon is erger dan verblind worden door sadistische tegenligger die gewoon met groot licht blijft rijden.

Zonsondergang:

Op de onderstaande afbeeldingen wordt overdag bij bewolkt weer en als de zon net is ondergegaan gereden, waarbij je op een open plek in het bos zonder kunstlicht nog net de krant kunt lezen.

De tegenligger heeft een witte auto.

De tegenligger heeft een rode auto.

De tegenligger heeft een zwarte auto.

 De auto's zijn niet uitgerust met dagrijverlichting. Als de zwarte auto en de rode auto de dimlichten niet aandoen, ondanks het bord "Ontsteek uw lichten," loop jij de kans dat je deze auto's te laat ziet. Dat gaat vooral op als verder iedereen netjes de lichten ontsteekt.  Je haalt een sloom voertuig in en dan die ene zwarte auto niet opmerken?

Wild:

Herten en zwijnen zijn in de herfst actiever. Dieren steken de weg over bij schemering. Dieren steken onverwacht over in groepen en reageren onvoorspelbaar op het geluid van motoren. Je moet in de schemering niet op plattelandswegen zijn en alert zijn op wildspiegels en waarschuwingsborden.

Schaduw:

In de herfst heb je schaduw van betekenis. Waar veel schaduw is, droogt het wegdek langzamer op en is het daar ook gladder. Plotselinge overgang van licht naar donker, dus van zonlicht naar schaduw verminderen de zichtbaarheid en daardoor merk je mogelijk gevaar te laat op. Pas je snelheid en de volgafstand aan om te kunnen reageren op onverwachte situaties.